Maagdarmwormen kunnen zorgen voor problemen bij uw schapen of geiten. Het is belangrijk om dit goed in beeld te hebben en alleen te behandelen wanneer infecties daadwerkelijk aanwezig zijn. Door de onjuiste dosering te gebruiken, onnodig te behandelen of door elk jaar hetzelfde middel te gebruiken, kan resistentie ontstaan. Resistentie geeft aan dat de gevoeligheid van maagdarmwormen voor bepaalde ontwormingsmiddelen afneemt. Uit recent onderzoek blijkt ook dat bij 80% van de onderzochte bedrijven wormmiddelen amper meer werken. Bovendien werd op 53% van de bedrijven resistentie gevonden tegen Moxidectine (Cydectin). Deze percentages benadrukken de noodzaak om verantwoord om te gaan met wormmiddelen.
Resistentie tegengaan begint met het gecontroleerd toedienen van wormmiddelen. Dit betekent: alleen ontwormen indien er sprake is van worminfectie. Door regelmatig mestonderzoek te doen, kan er worden vastgesteld of er sprake is van wormen en welk product het beste kan worden ingezet. Als dieren geen wormen in de mest hebben en dus ‘schoon’ zijn, dan is het niet nodig om te ontwormen. Om na behandeling te controleren of het voldoende effect heeft gehad, is het advies om 10 tot 14 dagen later een controle-mestonderzoek te doen. Alleen op deze manier kan resistentie worden vastgesteld. Wanneer er sprake is van resistentie, dan is het nodig om met een ander wormmiddel te behandelen.
Een andere manier om resistentie deels tegen te gaan, is door op het juiste moment uw dieren om te weiden. Hiermee kunnen we een wormbesmetting voorkomen. Het advies is om tot 1 juli om de 3 weken om te weiden en vanaf 1 juli om de 2 weken. Daarnaast is een weide pas weer “schoon” wanneer er 3 maanden geen schapen op hebben gelopen. Wanneer dit door gebrek aan land niet mogelijk is, moet door het regelmatig uitvoeren van mestonderzoek de wormbesmetting in de gaten gehouden worden. Neem voor vragen over wormen, resistentie of omweiden contact op met de praktijk!